donderdag 7 april 2011

Koud

Ha die lezer. Wat een weertje, hè. Zoals de basketter zei: ‘Precies zomer, me dunkt.’ Ik zit hier achter mijn computer in een blauwe short van Champion en een onderlijfje van Freddy De Vadder. Het manuscript van mijn tweede boek ligt ter beoordeling bij een Befaamd Auteur; in afwachting schrijf ik aan een graphic novel, getiteld De huidkleurige neger. Let op, ik heb niks tegen negers, alleen… Die kleur. Zo zwart. Als je een winkel van teken- en schildergerief binnenstapt en je vraagt aan de uitbater: ‘Uitbater, heb jij voor mij een huidkleurig potlood?’, dan zal die uitbater zeggen: ‘Jazeker, hier heb je er immers een.’ En dan zal er geen zwart potlood op de toonbank liggen. Negers zijn niet huidkleurig, en dus eigenlijk te absurd om los te lopen. De inhoud van een neger zou evengoed in een zwarte vuilniszak kunnen zitten. Het hoofdpersonage van mijn graphic novel, Eddy Pillamp, zit echter toevallig zonder zwarte zakken en dus besluit hij de inhoud van N’Bongo Bonni in een blauwe vuilniszak te smurfen.

Wat ik wel een minpunt vind aan dit mooie weer: de wandelaars. Ik bedoel de idioten die eropuit trekken zodra de zon warmte afgeeft en met de achteloosheid van de toerist hun sigaretten en blikjes in de graskant smijten. Dat soort lui moet uit de samenleving verwijderd worden met zo’n prikstok waarmee ondergewaardeerde mensen zwerfvuil oprapen. Onlangs bekloeg ik mij erover in een brief aan Groen!-voorzitter Van Besien. ‘Wouter,’ schreef ik hem, ‘denk even mee: wie een put graaft voor een ander doet dat het best op een wandelroute. Ik reken op jou. Je potentiële kiezer, T.F.’ Denk je dat zo’n Van Besien mij terugschrijft? Ja, hij antwoordde: ‘Maar als ik dan zelf in die put val?’ Niet toevallig hebben wij geen regering.

Soms denk ik na over de rol van het toeval in ons leven. Soms is het toeval zodanig toevallig dat ik mij afvraag of het nog wel toeval is. Kijk even mee naar het volgende. Mijn moeder heeft een nieuwe vriend die Carlos heet. Carlos woont in een appartementsgebouw waar vroeger een winkel van trouwkledij huisde. In die winkel heeft mijn moeder destijds haar trouwkleed gekocht. Haar openingsdans was Samba pa ti van Santana. Carlos Santana.

Soms als ik over de dingen nadenk, wordt het een beetje koud onder mijn huid.

2 opmerkingen:

  1. Idd. Ik hou van de toevalligheden, al kunnen ze u den bibber bezorgen, als er teveel na elkaar volgen.

    Over de kleurlingen...uiteindelijk zijn wij dat, de 'blanke' man, die groen ziet van jaloezie, rood uitslaat al hij in gelegenheid gebracht wordt en geel kleurt als de lever niet goed werkt, of in het algemeen ziek is. Niet te vergeten, wit als ons hart niet meer aan het kloppen gaat.
    (was het Urbanus niet die deze vaststelling maakte?)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Tim,
    goeiemorgen,
    pak jij uit voor korte optredens (30 minuten tot 45 minuten) ?
    Doe jij lezingen van dito tijdsduur ?
    Ben je op vrijdag 8 juli in dat land dat momenteel nog België heet ?
    Zou jij vóór Armand op een publiek toegankelijk tuinfeest mensen willen verschijnen ?
    Dit alles als eerste kennismaking.
    Groeten uit het meiviskoppendorpje.
    AntooN
    traktortroubadour@yahoo.com

    BeantwoordenVerwijderen