woensdag 9 december 2009

De zotte morgen

Mijn goede vriend Iwein Segers vroeg mij laatst in zijn auto op weg naar Antwerpen: ‘Staat de comedy nu op een lager pitje bij jou?’

Ik keek door het raam naar de auto’s op de snelweg, en dacht: alles staat al gans mijn leven op een laag pitje. Behalve – ik probeerde ambitieus te blijven – het lessen van mijn dorst. Dat we op weg waren naar Antwerpen maakte het er niet vrolijker op. Antwerpen roept in een lelijk dialect herinneringen bij me op aan verkeken kansen, te veel drank in te dure hotelkamers, de tristesse van de laatste trein terug naar huis na een mislukt optreden in café The Joker. Vlaanderen ligt vol met steden en dorpen die zulke herinneringen oproepen, het dialect is overal lelijk, alleen de cafés heten anders. De Pomp, ’t Zonneke, De Zotte Morgen. Je set spelen en dan haastig door verlaten straten lopen naar een donker perron waar wind en regen razen. En de volgende dag telefoon krijgen van je boekingsagent, dat hij een klachtenmail over jou heeft gekregen van De Zotte Morgen. Dat ze al die moeite voor de keyboardinstallatie voor niks hadden gedaan want dat je je keyboard niet meegebracht had (later bleek dat ze Sammy Deburggraeve hadden verwacht) en dat ze de indruk hadden dat je tegen je goesting op het podium stond want dat je tijdens je act iemand uitschold voor ‘vettigen os’ en zei ‘dat ik godverdomme thuis in mijn onderbroek in de zetel had kunnen zitten’. Het enige goeie aan je optreden vonden ze dat je direct erna weg moest.

Het boek waarmee ik samen met Iwein naar Antwerpen reed en waaruit ik ’s avonds voorlas, kwam op het goeie moment. Joost zegt: ‘Als ik alleen maar zou schrijven, ik zou zot worden.’ Joost heeft dan ook meer te vertellen dan ik. Ik ga almaar meer dagen aldus vullen: een paar uur schrijven, ’s avonds in mijn onderbroek in de zetel zitten en over de zotte morgen heen slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten