Zo’n tweede boek schrijven, da’s godverdomme niet altijd om te lachen. Dan schrijf je bijvoorbeeld een zin en dan blijkt het een kutzin te zijn. Op dit moment heb ik 69 A4-pagina’s en 20 400 woorden; tegen juli moet er een turf op tafel liggen waarmee je Paul Baeten Gronda van zijn Vespa kunt slaan. Nou ja, turf. Hoeveel weegt zo’n Gronda alles bij elkaar? 50 kilo? Ik durf wedden dat ik ’m zelfs met De geachten van zijn Vespa sla. Laat ons zeggen, nog een woord of 20 000 en we zijn er. Het houdt me van de straat. Ik kom tegenwoordig alleen nog buiten om naar de GB te gaan, champagne te drinken met een tekenkundig genie of langs de Nete te wandelen met een meisje van wie Felix Timmermans zou zeggen: ‘Here God, mijn roede.’
Door al dat geschrijf is mijn huishouden niet om over naar huis te schrijven en mijn toilet: ik maak het niet elke dag, je mag dat rustig weten. Laatst moest ik mij scheren omdat ik eruitzag als een landloper. Ik had niet veel zin om mij te scheren, ik had meer zin om te gaan landlopen. Maar ja, ’s avonds was er de eerste aflevering van De laatste show. Dat programma vind ik, sinds ik er vorig jaar zelf in te gast was, redelijk goed. Alleen spijtig dat ze uit mijn bijdrage een paar interessante dingen hebben geknipt. Mijn verhalen over de pingpongtafel van mijn grootmoeder en de huidschilfers van Janine Bischops liggen ongehoord in de VRT-archieven. Als er al geen aflevering van Peter Live over opgenomen is.
Zo’n Peter Van de Veire, welk land valt daarmee te bezeilen? Toen we terugkeerden van de Nete bleek de autoradio op MNM te staan. Nu zit ik nooit geheel op mijn gemak in een auto, maar de volstrekt niks met muziek te maken hebbende klanken die uit de radio kwamen, maakten mij zo ambetant dat ik bijna mijn deur opensmeet om een moslim van zijn fiets te slaan. Ik stelde mij de mensen voor die naar MNM luisteren en dan werkelijk geloven dat ze een big time hebben, en ik dacht: arm Vlaanderen.
Volgende week zal ik dan maar nog eens wat rock-’n-roll aan de mensen hun fiets gaan hangen. Samen met Iwein ‘Beyonce style’ Segers treed ik op in Puurs. In maart speel ik nog een keer met mijn oude vriend Bert Gabriëls en dan is ’t voorlopig gedaan met die comedy. Kan ik mij eindelijk focussen op mijn midlifecrisis en een Vespa kopen. Binnenkort komen een jongen en een meisje van een jongerenkrant bij me op bezoek voor een vraaggesprek. Ik zal hun uitgebreid vertellen over mijn midlifecrisis en wel op zo’n manier dat de pingpongtafel van mijn grootmoeder en de huidschilfers van Janine Bischops er met geen mogelijkheid uit zullen kunnen worden geknipt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten