zondag 28 maart 2010

Euforie, empathie en vol-au-vent

Zondag in Vlaanderen, witgrijsblauwe hemel, lichte kans op regen, wat doet een mens dan? Vol-au-vent gaan eten op een eetfestijn van de volleybal. In Lede. In een polyvalente zaal. Er was ook een tombola. Je kon ovenwanten winnen.

Vol-au-vent is een gerecht dat ik prima binnen kan houden. Met volleybal heb ik niks. Ik vind het een soort tennis voor mongolen.

Mijn vriend Glenn parkeerde zijn auto en sprak: ‘Lede wordt ook weleens Klein Duitsland genoemd, wist je dat?’

Ik keek opzij naar de auto naast ons. Er stond een jack russel in te blaffen. Verder was de auto leeg. De jack russel hief zijn poot op en piste tegen de achterbank.

Ik wist niet dat Lede weleens Klein Duitsland wordt genoemd. Maar een jack russel die tegen een achterbank pist leek mij typisch iets voor Klein Duitsland.

Tijdens het eten vertelde ik Glenn mijn idee voor de cover van mijn tweede boek. Glenn zei iets, waardoor het een beter idee werd. Ik ga nog niks verklappen, alleen de kleur: vuilgeel. Sommige dingen worden mooier als ze vuil worden. Dat geldt ook voor sommige levens.

Gisteren voltooide ik de eerste versie van boek 2 – ik verklap ook de titel nog niet, ik ben bang dat hij gestolen zal worden, door een Marokkaan of zo – dus ik loop al twee dagen euforisch rond. Zelfs de mongoloïde geluiden van het zoontje van de buren irriteren mij niet. Empathisch denk ik: die jongen wordt later vast een hele goeie volleyballer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten