De eerste barbecue van het jaar vond plaats op een boot in Gent. De boot heette Le Bateau. De bemanning was Nederlandstalig.
Le Bateau ligt aan de Muinkkaai. Vanop het dek zie je op het Zuidplein de rug van een gebeeldhouwde man, met achter hem twee kleine figuren die een helm dragen. Liselotte vroeg me wie dat waren. Omdat ik zo weinig mogelijk ‘Dat weet ik niet’ probeer te zeggen tegen mijn lief, zei ik: ‘Dat zijn Lucien Gezelle en een paar van zijn bastaardkinderen. Lucien Gezelle was de minder bekende broer van Guido. Net als Guido was Lucien dichter, maar zijn verzen geraakten nooit uit de schaduw van het werk van zijn broer. Daarom begon Lucien, geil van frustratie om het met de titel van een van zijn bundels te zeggen, overal in Vlaanderen vrouwen vol te stoppen met bastaardkinderen. De kinderen die je daar achter zijn rug ziet, dragen een helm om zich te beschermen tegen de hoon van het volk, welke hoon in die tijd geregeld in de vorm van kleine stenen en bloempotten op de kop van bastaarden neerkwam. Alles bij elkaar verwekte Lucien 54 bastaardkinderen, waarvan er 16 de wiegendood stierven. Daarover heeft hij aangrijpend geschreven in zijn laatste bundel Zestien bastaarden in één wieg, da’s proppen.’
In Liselotte was na twee zinnen het muntstuk gevallen en een blik van ‘Ja ja’ was uit haar gezicht gekomen. Ik dronk van mijn glas champagne.
Pas daarna bedacht ik dat het Zuidplein eigenlijk het Woodrow Wilson-plein heet.
Ik wist niet dat Woodrow Wilson bastaardkinderen had.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten