zondag 12 juni 2011

De ladder der gekheid

‘Negers zijn zo veel meer dan mislukte blanken.’ Professor W.J. Bunsing deelt nieuwe inzichten met ons in zijn boek De neger. Het moest voor de schepper ook plezant blijven. Een gesprek.

‘Professor Bunsing, waaraan denkt u als ik neger zeg?’
‘Aan de Kempen.’
‘De Kempen.’
‘Ja. Als u neger zegt hoor ik meteen dat u uit de Kempen komt.’
‘Dat hebt u goed gehoord.’
‘Mijn gehoor is uitstekend. Ik hoor zelfs nog alles wat mijn vrouw tegen mij zegt. Mij dunkt geen geringe prestatie na 43 jaar huwelijk.’
‘Waaraan denkt u nog meer als ik neger zeg?’
‘Nou. U kunt beter vragen waaraan ik niet denk als u neger zegt.’
‘Zegt u het maar.’
‘Hete hangijzers.’
‘Hete hangijzers?’
‘Ja. Een heet hangijzer zul je nooit in de buurt van een neger zien hangen.’
‘Ik wil u niet bruuskeren, maar de apartheid leek me destijds toch een redelijk heet hangijzer.’
‘Jawel, en onder dat hangijzer hebben de negers zodanig gezucht dat dat hangijzer binnen de kortste keren zodanig afgekoeld was dat de blanken zoiets hadden van: ach kom, alle gekheid op een stokje zoals die frisco’s in de vorm van een raket. Op de ladder der gekheid staat de raket op een stokje net onder de a-capellaband.’
‘Ik vermoed dat u het nu over de bovenste sporten van de ladder hebt.’
‘Dat vermoeden bevestig ik. In mijn essay Via via naar de hel heb ik beschreven hoe ik terechtkwam in een tv-interview met de a-capellaband Voice Male. “Wegens omstandigheden is het er helaas nooit van gekomen om een instrument te leren bespelen, maar we werken wel heel hard aan onze teksten. Pom pom pom póm pom pom pom pom pom póm pom pom…” Ik dacht dat ik over mijn nek ging, en mijn vrouw bevestigde dat. Je ging over je nek, zei ze.’
‘Maar om terug te komen op de neger.’
‘Ik weet niet waar u de voorbije seconden uithing, maar ik zit al de hele tijd op de neger. En ik zal u dit zeggen: toen de negers op de plantages de blues uitvonden konden zij zichzelf tijdens het zingen niet begeleiden op een instrument, maar ze vertikten het om het woord pom te zingen. Het woord pom is de synthesizer onder de lyrics. Ik veracht het vanuit het diepst van mijn anus, u mag dat rustig weten.’
‘Ik doe mijn best om dat rustig te weten, professor, maar u begrijpt waar mijn gedachten zich nu diep in wurmen.’
‘Even kijken. Mijn anus ligt te veel voor de hand, dus ik gok op de interessesfeer van Kristien Hemmerechts.’
‘Nee, het is toch uw anus.’
‘Tja. Ik begrijp dat wel. Als ik moest kiezen tussen mijn anus en het feminisme, mijn keuze zou ook rap gemaakt zijn.’
‘U had het al over uw vrouw. Volgens wikipedia heet zij Zulma N’Bongo Bonni. Dat klinkt vrij…’
‘Negers.’
‘Negers.’
‘Inderdaad. Ik zou de waarheid Crocs aandoen als ik beweerde dat mijn vrouw geen zwarte parel is. Crocs: net boven de a-capellaband op de ladder der gekheid.’
‘Met een vrouw als Zulma bent u mij dunkt goed geplaatst om te beweren dat negers zo veel meer zijn dan mislukte blanken, zoals u in uw boek schrijft.’
‘Dat klopt. Kijk, van negers is het bekend dat ze groot geschapen zijn. Minder bekend is dat negerinnen ook veel opslagruimte nodig hebben in hun onderbroek. Om u een idee te geven: als een negerin zonder parachute uit een vliegtuig valt, hoeft ze maar haar broek uit te doen en haar schaamlippen te ontrollen om op een redelijk belachelijke manier te pletter te storten. Negers zijn dus behalve mislukte blanken ook vrij matige parachutisten.’
‘Kunnen we besluiten dat de neger ook maar een mens is die maar beter met beide voeten op de grond blijft?’
‘Met beide wat?’
‘Met beide voeten.’
‘Ja. Dat kunnen we besluiten.’
‘Ik dank u voor het gesprek.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten