woensdag 9 november 2011

Brief aan Ivo Victoria

Beste Ivo,

Je twittert dat je op je site afgezeken wordt door collega’s. Ik ben een van die collega’s.

Ik ben zo’n half sociaal aangepaste mens die wel de tweets van anderen leest, maar zelf niet op twitter zit. Hetzelfde met facebook. Al post ik soms een link naar mijn blog op een fanpagina omdat de oprichtster van die pagina, een vriendin van mijn vriendin, aan het beheren al snel de brui gaf.

Momenteel heb ik op facebook 159 fans. Ik zou aan het beheren ook wel de brui willen geven, maar ja, dan staan 159 mensen in de kou.

De reactie van die – dé? – David Nolens onder je bericht Heel goed. (2) is inderdaad zuur gezeik en zou ik in jouw plaats aan mijn gat laten roesten. Het zou ook kunnen dat ‘schrijver van niks…’ een soort van nickname is waarmee hij al zijn commentaren afsluit; ik heb van David Nolens nog niks gelezen.

Ik vind mijn commentaar beter. Die oorarts: je moet er maar op komen. In Visser van Rob van Essen vlogen de als-vergelijkingen mij ook om de oren, maar de plot van deze roman sleepte mij in tegenstelling tot die van Gelukkig zijn we machteloos wel mee. Ik vind stijl belangrijker dan plot, maar het is niet omdat je ’r een karrenvracht vergelijkingen tegenaan gooit dat je meteen een goeie stilist bent. Mijn oeuvre bestaat voorlopig uit een cartoonbundel, een handvol moppen en een briefroman, dus ik ga hier geen workshop geven. (Als je nog eens een poging tot sarcasme doet: zo doe je dat dus.) Die blauwe maandag dat ik in Sint-Lukas een filmopleiding volgde, zei Marc Didden tegen mij iets dat ik altijd ben blijven onthouden, hetgeen wel vaker gebeurt als Marc Didden iets zegt. Naar aanleiding van een scène die we voor hem moesten schrijven en die in mijn geval bulkte van de oneliners, merkte hij op dat als je op café twee, drie spitse oneliners op een avond in de kring gooit, je meer indruk maakt dan wanneer je ’r twee per minuut op tafel smijt. Zo denk ik ook over vergelijkingen.

Ik vraag me af of je Gelukkig zijn we machteloos zou hebben geschreven als je geen kinderen had. Ik bedoel dat je dus misschien niet enkel een angst van de mensen hebt beschreven, maar ook een persoonlijke angst. Van vrienden, vaders, weet ik dat ze op een gegeven moment bijna kapot gingen toen ze The road van Cormac McCarthy lazen. Zelf heb ik geen kinderen maar The road greep ook mij aan.

Je weet dat ik je eerste boek bijzonder vond, je tweede niet, ik zou de mensen die erom malen gerust de kost willen geven. Ik kijk uit naar je derde boek.

Hartelijks,
Tim

Geen opmerkingen:

Een reactie posten