maandag 2 juli 2012

Workshop humor

Geachte Ingrid Lieten,

U heeft gelijk als u zegt dat de telefoongrap met Jelle Cleymans over de schreef was. De schreef begint waar de goeie grap ophoudt. En de grap met Jelle Cleymans was geen goeie grap.
     Een volwassen man die eruitziet als een schooljongen met een vroegtijdige baard. Dat is het beeld van Jelle Cleymans dat voor iedereen voor het grijpen ligt. Een radiomaker die dat beeld aangrijpt om er een flauwe grap over te maken, is een gemakzuchtige radiomaker.
     Cleymans had tegen Gunther D moeten zeggen: ‘Mijn klasgenootjes en ik gaan ons deze vakantie vooral toeleggen op onze hobby passief dansen. Vannacht komen we je halen en dan mag jij naakt en ingesmeerd met Colgate Blue Minty Gel limbodansen voor ons.’
     Een radiomaker die niet verder kijkt dan het uiterlijk van een soapacteur die geen repliek vindt. Niet meteen een geestig beeld van de openbare omroep.
     Daarom vind ik het idee van de VRT om een workshop humor te organiseren een prachtig plan.
     Ik heb begrepen dat er nog niemand aangesteld is om de workshop te leiden. It’s a dirty job, maar iemand moet de boodschap overbrengen. Ik heb zes jaar comedy in parochiezalen, jeugdhuizen en chirotenten overleefd – ik was die ludieke act tussen het hoofdgerecht en het dessert – en ik heb aan mensen brieven geschreven die aankwamen, met alle denkbare gevolgen van dien. Ik ben de boodschapper op wie geschoten is.
     Daarom wil ik mij aanbieden als workshopleider. Ik wil mijn lessen in humor delen met de programmamakers van de VRT, want als ik hetgeen ik geleerd heb voor mijzelf houd ga ik vast naar de hel, waar klonen van Piet Huysentruyt onophoudelijk hun arm over je schouder slaan.
     Gunter Lamoot heeft ons met Superstaar geleerd dat je een fulminerende Hitler niet per se een mop over de joden in de mond moet leggen. Integendeel.
     Het tegendeel moet het streefdoel van de workshop humor worden. Voor de mensen die bang zijn van het tegendeel heeft de VRT F.C. De Kampioenen in endless repeat gezet. En dat is goed. De apen worden bananen toegeworpen. En voor de apen die nadien nog een hongertje hebben, is er de dvd-box van de beste van het land.
     Voor de anderen moet de VRT qua humor opnieuw het huis van wantrouwen worden. De openbare omroep weet wat goeie humor is, ze heeft ’m zelf uitgezonden. Dus daar ligt het probleem niet. De problemen beginnen waar het relativeringsvermogen van de mensen ophoudt. Margriet Hermans moest onbedaarlijk lachen toen Mark Uytterhoeven en Wouter Vandenhaute opwipten toen zij zich in de sofa van Het huis van wantrouwen neerzette. Nu schiet Margriet Hermans zo gemakkelijk in de lach dat ze waarschijnlijk ook gebulderd zou hebben als de tv-makers haar gewicht in marsepeinen weegschalen over haar hadden uitgestort, maar haar lach klonk oprecht.
     Opwippen als een zwaarlijvige vrouw naast je plaatsneemt zou ik op papier een gemakkelijke grap vinden, maar ze werkte door het uitgestreken gezicht van Wouter Vandenhaute. Vandenhaute wás een van de grappen van dat programma, een man die het charisma uitstraalde van een gele briefkaart. Ook Urbanus durfde zich er belachelijk te maken; met zijn kop geschminkt als bloempot zat hij in het decor in een dressoir.
     Diezelfde Van Anus zat in de swinging eighties in een talkshow van Carl Huybrechts. Samen met onder andere Kamagurka bood hij een deskundige inzake humor het hoofd. Aan het geboden hoofd kwam haarspray te pas. De deskundige wist niet wat hem overkwam.
     Tijdens de eerste optredens van Kamagurka en Herr Seele was de enige opdracht van Herr Seele: rood worden. Kama vertelde beschamende verhalen over Seele en het lijdend voorwerp stond er beschaamd bij. Ik was te jong toen, maar mijn moeder heeft een van die optredens meegemaakt. De tranen sprongen uit haar ogen van het lachen.
     Zou Jelle Cleymans gelachen hebben als de mop van Gunther D beter was geweest?
     Tot zover de workshop.

Tim Foncke

Geen opmerkingen:

Een reactie posten