Gisteren beleefde ik mijn eerste boekenbeurs als schrijver in plaats van als toerist. Als je als schrijver op de boekenbeurs rondloopt, dan lopen alle andere mensen trager dan jij. Zij slenteren omdat ze naar al die boeken en signerende schrijvers en die kok met zijn blinkende kop kijken; jij loopt normaal omdat je moet gaan signeren of omdat je naar de wc moet. Zo begon ik mijn boekenbeurs, met vrouwen en kinderen tegen hun hielen te lopen.
Het eerste wat mij te doen stond, was De Nachten talkshow. Joost Vandecasteele, Ivo Victoria en ikzelf die onze debuten moesten aanprijzen. Ik ben niet zo’n aanprijzer. Nooit geweest, ook in de GB niet. Ik gooide gewoon die rekken vol. Nu heb ik een boek volgegooid en als ik dat moet aanprijzen, verzand ik nogal rap in complete bullshit. Eigenlijk zou ik het liefst van al constant zwijgen, maar ja, dan staat die micro daar. Plus, ik hou er wel van om complete bullshit te verkondigen, met een uitgestreken gezicht. Als ik ooit iets tegen je zeg en mijn gezicht is uitgestreken, ga er dan maar van uit dat het complete bullshit is. Aldus prees ik gisteren De geachten aan: ‘Het zijn brieven, het zijn geen sms’jes. Ik weet dat het een dun boek is, maar het zijn geen sms’jes. Niet dat ik iets heb tegen sms’jes, ik verstuur die ook weleens. Maar niet te veel, want als ik begin te sms’en dan zijn dat direct hele kortverhalen. Binnenkort verschijnt er trouwens een bundel met mijn verzamelde sms’jes, een kortverhalenbundel, getiteld Ik mail je nog.’ En omdat ik daar toch zat, prees ik in één moeite door ook al de roman aan waar ik momenteel aan werk: ‘Het gaat over een kerel die het wereldrecord paalzitten probeert te verbreken, maar zijn recordpoging mislukt omdat zijn paal in brand gestoken wordt door een feministe die de voorzitster blijkt te zijn van de fanclub van Kristien Hemmerechts. Er zal heel veel waanzin in het boek zitten.’ Een touw viel er niet aan vast te knopen, maar dat leek de interviewer niet te hinderen.
Vervolgens was daar mijn eerste signeersessie. Het was lachen, want Joost zat naast mij. We hebben afgesproken dat we de volgende keer met colbert en pijp zullen signeren. Toen we elk twee boeken hadden verkocht, verslapte de verkoop enigszins. ‘Nog nooit iets zo zien verslappen,’ zei ik. Waarop Joost zei: ‘Dat zei mijn vrouw ook vannacht.’ Af en toe kwam Toon van de uitgeverij vragen of er nog bier en wijn moest zijn. En zo raakte ook dat uur ten slotte vol.
’s Avonds las ik voor tijdens De Nachten. Na mij kwamen de Fixkes en Kvraagetaan stond niet op hun setlist. Dat leek mij sterker dan mijn optreden.
Dinsdag ben ik opnieuw op de boekenbeurs, om 19u zal ik signeren (WPG-stand 312, hall 3) en daarna zal Jelle Van Riet mij de pieren uit de neus vragen. Dat wordt vermoed ik een ernstiger interview, want Jelle Van Riet lijkt mij een vrouw tegen wie je niet moet beginnen over hysterische feministes die palen in brand steken. Plus, ik hou wel van ernst op zijn tijd; voor je ’t weet ben je die schrijver met zijn bullshit.
Dinsdag zal ik ook iets trager lopen dan gisteren, want in mijn handen zal een gat en een boodschappenlijst zitten. Op de lijst: De bewaker van Peter Terrin, Portnoy’s klacht van Philip Roth, Publieke vijanden van Houellebecq en Lévy, Joe Speedboot van Tommy Wieringa, Denvis van Leon Verdonschot, Dagen van gras van Philip Huff.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten