De stilte hier was de stilte voor de storm, maar de storm ging liggen in een glas water en verdronk. Of is het nog altijd gewoon stil en waait er binnenkort alsnog een persbericht de deur uit met als kop PERSONAGE UIT BRIEVENROMAN ‘DE GEACHTEN’ VAN TIM FONCKE DREIGT BOEK UIT DE HANDEL TE LATEN NEMEN?
De voorbije dagen kreeg ik mails van lieve mensen die het BNN-interview hadden gehoord of de twitter van mijn agent Paul Sebes hadden gelezen en bezorgd vroegen of ik in de problemen zat. Ik weet dat eigenlijk niet; ik heb niet het gevoel dat ik in de problemen zit. Maar ja, je kunt ook zo’n gevoel hebben van ‘I’m walking on sunshine’ en ondertussen, zonder dat je ’t weet, met botkanker rondlopen. Niet dat ik zoiets heb van walking on sunshine, zie je mij al lopen? Buiten is het herfst, hier binnen ligt er een cd op die daar goed bij past (de debuut-cd van The Sands, uit 1995) en er staat een glas bier naast mij. Terug naar de voorbije dagen.
Vorige week donderdag was ik met De geachten te gast in De laatste show. Presentator Michiel Devlieger las een halve zin voor uit de brief aan Elsje, destijds collega van mij in de GB waar ik rekken vulde. De halve zin luidde: Ik vind dat jij de erotiek van een doos bladerdeeg uitstraalt. (De tweede helft van de zin luidt: maar het is dikwijls net jouw soort die het heetst uit de hoek springt.)
De dag nadien, vrijdag, moest ik naar BNN, waar het radio-interview werd opgenomen. In de trein naar Hilversum kreeg ik telefoon van een vrouw van de WPG, de Belgische afdeling van uitgeverij Thomas Rap, die vertelde dat zij telefoon had gekregen van een journalist van Het Laatste Nieuws, die háár had verteld dat Elsje en haar man naar de politie waren gestapt om een klacht tegen me in te dienen en dat haar advocaat stappen aan het ondernemen was om De geachten uit de handel te laten nemen.
Met dit nieuws kwam ik bij BNN aan, en tijdens het interview las de presentatrice de zin (de hele zin, de hele alinea zelfs) uit de brief aan Elsje voor. Toen kwamen de voor de hand liggende vragen, of het mij verwonderde dat ze naar de politie was gestapt en of ik niet beter schuilnamen had kunnen gebruiken.
Ik zou onnozel zijn als ik verwonderd was: Elsje reageerde destijds huilend op mijn brief en nu was ze huilend naar de politie gelopen. Van haar soort mensen verwondert mij dat niet. Er zijn wel meer mensen die hard aangepakt worden in mijn boek (mijzelf inbegrepen), maar die mensen worden fan van mij op Facebook (ikzelf niet). Die mensen beschikken immers over zelfrelativering. Mensen als Elsje zouden nog geen zelfrelativering herkennen als ze ‘relax babe’ in hun oor fluisterde. Zoals ik ook in De geachten heb geschreven: als iemand aan mij brieven zou schrijven zoals ik ze schrijf, ik zou niet huilen. Als iemand aan mij zou schrijven dat ik de erotiek van een doos bladerdeeg uitstraal, ik zou mij condooms gaan trekken in café De Kring. Ik zou redeneren: het had ook een natgeregende zondagskrant kunnen zijn.
Had ik niet beter schuilnamen gebruikt? Toen De geachten nog een manuscript was heb ik het daarover gehad met uitgever Hans Nijenhuis en Paul Sebes, en zij vonden allebei dat de namen niet veranderd hoefden te worden, dat dat de authenticiteit ten goede kwam. Dat moet je uitgerekend tegen mij zeggen. Ik ben zót van authenticiteit. (En ik had geen goesting om nieuwe namen te verzinnen.)
Dit alles verklaarde ik later die vrijdag ook aan de journalist van Het Laatste Nieuws. Hij zou er een kort artikel over schrijven voor de weekendeditie. De volgende dag kocht ik HLN, maar er stond niks in. Opnieuw met de journalist gebeld – of Elsje misschien haar klacht had ingetrokken? – maar de journalist wist van niks, hij wist ook niet waarom zijn artikel niet in de krant was opgenomen. Omdat het weekend was dacht ik dat we maandag wel iets zouden horen van Elsjes advocaat, maar ook maandag bleef het stil. Ondertussen is het bijna weer weekend en nog altijd geen nieuws.
Wellicht heeft Elsje beseft dat ze ’t alleen maar erger zou maken en dat het boek alleen maar meer aandacht zou krijgen, en heeft ze dan haar klacht ingetrokken.
Er is een mooie zin van Arnon Grunberg die ik nog even als motto in De geachten heb willen zetten. Als niemand je meer een strobreed in de weg legt, dat is eenzaamheid.
donderdag 5 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten