zondag 29 september 2013

De geur van dobbelstenen


Beste Maggie De Block,

Tijdens een korte middagslaap droomde ik dat ik via het programma 1000 zonnen een driedaagse wandeltocht door uw schaamhaar had gewonnen. Ik kreeg de tickets omdat ik als eerste in de stoel zat met een bazooka. Ik mocht iemand meenemen, maar iedereen weigerde het ticket. Dus ik alleen het bos in. Het rook er naar van die dingen die sommige mensen aan hun achteruitkijkspiegel hangen. Dobbelstenen. Ik begon te wandelen en via via kwam ik een man tegen die stilletjes zat te treuren onder een boom. Omdat ik zijn naam niet kende, zei ik: ‘Dag man.’ Hij schrok op, stond op en stak zijn handen op. Hij zag eruit als een man die het Nederlands beheerste maar op was. ‘Ik ben ongewapend,’ sprak de man. ‘Dan kunnen we samen een club oprichten,’ antwoordde ik, ‘want ik ben ook ongewapend.’ Nog steeds met zijn handen omhoog wees de man naar mijn schouder. Ik keek naar mijn schouder en daarop rustte mijn bazooka. Ik wierp het wapen weg, gaf de man een hand en zei: ‘Kom, we gaan iets drinken.’ ‘Liever niet,’ wierp de man tegen, ‘de enige herberg in dit bos is een witverliesbar.’ Ik keek in zijn droeve ogen en deze herbergden inderdaad geen wit maar bloed. ‘Dan gaan we naar cafĂ© Vredeplein in Aalst,’ zei ik. Samen liepen we uw schaamhaar uit en algauw zaten wij lachend boven een witte van Hoegaarden. Ons bloed zat waar het moest zitten.

TF

Geen opmerkingen:

Een reactie posten