De Redder
nam ik ooit op in een dichtbundel die we voor een leraar Nederlands moesten
samenstellen en waaruit we vooraan in de klas twee gedichten moesten voorlezen.
‘Weet jij wanneer de redder komt? Moeder zei dat hij nooit meer komt. Maar als
hij komt dan sta ik klaar en ik vertel hem over al de dingen die ik deed toen
ik gedronken had en die de mensen niet verstaan. Je hield je in, je wou me
slaan. Lieveling, jij mag me slaan.’ Toen ik het gelezen had, zei de leraar: ‘Het
is goed in zijn genre.’ Ook Beste Bill,
van Hij leeft, nam ik op in die bundel. ‘Beste Bill, ik zag daarnet je
vrouw en ze zei dat je langzaam impotent wordt. Is dat waar? Arme, beste kerel.
Wie zal je troosten als je vruchteloos verlangt?' Het zijn zeer geschikte
zinnen om je aan vast te houden terwijl om je heen de alledaagse waanzin woedt.
Een van mijn favoriete Vos-zinnen staat op
Monstertje: ‘Molly, toen je me pijpte was ik eigenlijk niet gelukkig, want
ik wist al dat je me zou verlaten.’ De Vos speelde Molly in de Vooruit
in Gent, tijdens die Geletterde Mensen-tournee met Herman Brusselmans en Hugo
Matthysen die mij als 17-jarige deed besluiten: godverdomme, dit wil ik ook
doen.
Op mijn nachtkastje ligt nu al een paar weken, ongelezen omdat ik in vier andere boeken bezig ben, zijn laatste roman. Op de achterkant van Paddenkoppenland staat een quote van schrijver Joubert Pignon: ‘Luc De Vos is een held.’ Pignon heeft net als ik in zijn eerste boek Ooit was ik een soldaat geciteerd. Pignon is net als ik geboren in 1978. We kunnen nooit meer 14 zijn en voor het eerst Gorky horen. Maar het was een geweldige leeftijd om die veertien songs in je kamer over je heen te krijgen. We zijn nu 36, we worden langzaam grijs, we luisteren in chronologische volgorde naar de platen van een held en zijn groep in een kamer in een huis dat we zelf gekocht hebben, we proberen niet méér te drinken dan strikt noodzakelijk is. We zijn 36 en nog maar pas begonnen. Luc De Vos is veel meer dan 52 geworden.
En je wou dat je kon zeggen/dat dit drijven/dat dit niet jouw stijl is/maar de stilte voor de storm. Niemand die beter ons woelend puberhart begreep.
BeantwoordenVerwijderen