zondag 30 november 2014

I.M. Luc De Vos

‘Fucking hell. Roept u dat ook weleens: fucking hell?’ Met deze woorden opende Frank Vander linden in Humo zijn bespreking van de debuut-cd van Gorky. Ja, we riepen dat ook weleens. Toen, in 1992, en nog vaak daarna wanneer Anja, De Redder en De Twaalf Andere Songs op Gorky als harten om voorrang vochten onder onze jongensriem. En ook gisteren, toen Martine Tanghe het nieuws bracht dat we nog niet kunnen geloven.

De Redder nam ik ooit op in een dichtbundel die we voor een leraar Nederlands moesten samenstellen en waaruit we vooraan in de klas twee gedichten moesten voorlezen. ‘Weet jij wanneer de redder komt? Moeder zei dat hij nooit meer komt. Maar als hij komt dan sta ik klaar en ik vertel hem over al de dingen die ik deed toen ik gedronken had en die de mensen niet verstaan. Je hield je in, je wou me slaan. Lieveling, jij mag me slaan.’ Toen ik het gelezen had, zei de leraar: ‘Het is goed in zijn genre.’ Ook Beste Bill, van Hij leeft, nam ik op in die bundel. ‘Beste Bill, ik zag daarnet je vrouw en ze zei dat je langzaam impotent wordt. Is dat waar? Arme, beste kerel. Wie zal je troosten als je vruchteloos verlangt?' Het zijn zeer geschikte zinnen om je aan vast te houden terwijl om je heen de alledaagse waanzin woedt.

Een van mijn favoriete Vos-zinnen staat op Monstertje: ‘Molly, toen je me pijpte was ik eigenlijk niet gelukkig, want ik wist al dat je me zou verlaten.’ De Vos speelde Molly in de Vooruit in Gent, tijdens die Geletterde Mensen-tournee met Herman Brusselmans en Hugo Matthysen die mij als 17-jarige deed besluiten: godverdomme, dit wil ik ook doen.
 
In april van dit jaar trad ik samen met Iwein Segers op in de foyer van een klein theater in Aalst. Er was twaalf man publiek maar Luc vulde de foyer met de slappe lach die een van mijn teksten hem ontlokte: ‘Mijn favoriete Verbotene Liebe-personage is Maria di Balbi. Omdat ze dikke tieten heeft, tieten waar ik mee vertrouwd ben. Soms belt Maria naar Charlie Schneider, en dan zegt ze: ‘O Charlie, ich liebe dich.’ Waarop Charlie sist: ‘Bist du ganz krank, Balbi, das ist verboten!’ Waarna hij de hoorn neergooit en in zijn kelder een jood gaat folderen. ‘Folderen’ betekent folteren met een tikfout. Joden zijn enorm gevoelig voor tikfouten. Er was ooit een jood in Auschwitz die zich ophing aan een douchekop omdat er een tikfout in zijn kampnummer stond. De jood in Charlie Schneider zijn kelder geeft tijdens het folderen echter geen krimp. ‘Waarom geef jij echter geen krimp?’ vraagt Charlie. ‘Omdat ik analfabeet ben,’ zegt de jood. Dat moet je uitgerekend tegen Charlie Schneider zeggen. Om een lang verhaal kort te maken: de jood gaat dood. Waarmee nog maar eens bewezen is: een aflevering van Verbotene Liebe duurt 25 minuten en aan het eind winnen de Duitsers.’ Luc De Vos die de slappe lach kreeg om een fragment uit een van mijn boeken, daar kon ik wel een paar dagen mee verder.

Op mijn nachtkastje ligt nu al een paar weken, ongelezen omdat ik in vier andere boeken bezig ben, zijn laatste roman. Op de achterkant van Paddenkoppenland staat een quote van schrijver Joubert Pignon: ‘Luc De Vos is een held.’ Pignon heeft net als ik in zijn eerste boek Ooit was ik een soldaat geciteerd. Pignon is net als ik geboren in 1978. We kunnen nooit meer 14 zijn en voor het eerst Gorky horen. Maar het was een geweldige leeftijd om die veertien songs in je kamer over je heen te krijgen. We zijn nu 36, we worden langzaam grijs, we luisteren in chronologische volgorde naar de platen van een held en zijn groep in een kamer in een huis dat we zelf gekocht hebben, we proberen niet méér te drinken dan strikt noodzakelijk is. We zijn 36 en nog maar pas begonnen. Luc De Vos is veel meer dan 52 geworden.
 

1 opmerking:

  1. En je wou dat je kon zeggen/dat dit drijven/dat dit niet jouw stijl is/maar de stilte voor de storm. Niemand die beter ons woelend puberhart begreep.

    BeantwoordenVerwijderen