maandag 28 augustus 2023

Een lans die gebroken wordt voor 'De buurtpolitie' is een lans die naar het containerpark moet

Beste Jasmien Vandermeeren,

Vandaag kwam het woord ‘snackable’ in mijn leven. Het sprong mij in de facie toen ik op de Face je reactie las op een column van Marc Didden omtrent de staking van scenaristen en acteurs in de VS. Voor Diddens part mogen de makers van De buurtpolitie ook de blok erop leggen. Jij bent een van die makers.
    Jullie beseffen dat jullie geen ‘high-end content’ maken maar iets ‘snackable’. In die snack willen jullie niettemin spanning, vaart, romantiek, grappen én grollen stoppen.
    Ik ken een bakker die in een diepe depressie is gevallen omdat hij behalve rozijnen ook gedroogde abrikozen, chocoladevlokken, kokosnootschilfers, confituuraccenten en pistachetoetsen in zijn muffins wilde proppen. Met alleen maar rozijnen waren zijn klanten nochtans een heel end content.
    Waarmee ik niet wil zeggen dat jullie het onmogelijke nastreven. Ik joeg er laatst in één nacht de acht episodes van Frakke & Jempie door, acht keer tien minuten, en in die tachtig minuten had ik tot mijn tevredenheid spanning, vaart, romantiek, grappen en grollen gekregen.
    Jij noemt jezelf als scenarist van De buurtpolitie ‘een flik, een laborant en een forensisch expert tegelijk’. Vooral het woord ‘expert’ is ongelukkig, omdat je het duidelijk niet ironisch gebruikt.
    De Nederlandse schrijver en columnist Peter Buwalda werd ooit gevraagd om deel te nemen aan Maestro, een tv-programma waarin bekende Nederlanders zich in een paar dagen en in competitieverband moesten zien te ontwikkelen tot dirigent van een symfonieorkest. Buwalda weigerde omdat hij, terecht, vond dat zo’n stoomcursus een gotspe was, want een belediging voor echte dirigenten.
    Als je over een hoerenloper wilt schrijven, hoef je niet per se een bordeel te hebben bezocht. Maar als je jezelf een hoerenloper noemt, dan moet je bij de hoeren zijn geweest.
    Jij noemt jezelf een flik, en je bent godverdomme nooit in een politiekantoor binnen geweest.
    Jij noemt jezelf een werkbij die niet met haar resultaten te koop loopt. Iemand zou je er toch een keer op moeten wijzen dat de resultaten van jouw werk uitgezonden worden op tv. 
    In een poging tot sneer naar Marc Didden schrijf je: ‘God forbid dat we zouden toegeven dat we ook weleens programma’s bekijken die niet zielsverheffend zijn.’ Marc Didden geeft in zijn column toe dat hij graag naar Blokken kijkt. Zou hij na een aflevering van dat spelletje weleens naar Ben Crabbé bellen en roepen: ‘Ik dacht dat jij godverdomme mijn ziel zou verheffen!’? Iemand die verslag uitbrengt van zijn leven middels een boek dat Een redelijk leven heet, lijkt me geen moeilijke ziel. Tegelijk kan ik redelijk veel cd’s uit mijn platenkast trekken die ik, zonder er één noot van te hebben gehoord, gekocht heb nadat (md) er bezield over had geschreven in Humo: Blood On The Tracks, Closing Time, Blue, volledige lijst op aanvraag.
    Het probleem met De buurtpolitie is niet dat het niet zielsverheffend is. Te land, ter zee en in de lucht is dat ook niet, maar de urenlange toewijding aan tekentafels en de repetities die ik achter die wonderlijke vehikels zie, zijn exact wat ik niet zie als ik het Andy Peelman-vehikel bekijk.
    ‘Niemand wil rotzooi maken,’ zeg je.
    Waarom wordt er dan zoveel rotzooi gemaakt?
    Te weinig tijd en te weinig budget mogen nooit een excuus voor rotzooi zijn. Als je te weinig tijd en budget hebt om iets degelijks te maken, dan moet je het niet maken. 
    Er wordt genoeg kwaliteit gemaakt, ook voor jongeren die luchtigheid willen na een dag school. Wanneer ik thuiskwam van school, keek ik op het prille VT4 naar Bottom en The Young Ones. Ik begrijp dat programma’s van dat kaliber in Vlaanderen moeilijk te maken vallen en ik begrijp dat ze niet in ieders smaak vallen. Maar ik spreek over luchtigheid deluxe, luchtigheid op een hoogte waar de lucht ijl wordt. En als je daartoe de mensen en de middelen niet hebt, dan zou de conclusie nooit De buurtpolitie mogen zijn.
    Je zegt dat ze het format van De buurtpolitie een niveau willen opkrikken. Tenzij dat niveau zo hoog als de Tafelberg is, gaat De buurtpolitie één krik hoger niet ophouden een belediging voor jongeren te zijn.
    Zou de jonge Bart De Pauw aan Buiten de zone begonnen zijn als hem te weinig tijd werd gegeven voor de scenario’s? Zouden de makers van F*** you very very much niet exact dát hebben gezegd als die reeks in zeven haasten had moeten gebeuren? Zou Luk Wyns in dat geval Knokke Off hebben aangenomen?
    Omdat veel mails begonnen met ‘Love your work!’ en eindigden met ‘Kan het tegen morgenmiddag?’ ben ik lang geleden al gestopt met televisiewerk. Daardoor heb ik veel geld laten schieten, maar het heeft mij ook veel frustraties bespaard. Ik wil niet zitten werken terwijl ik een klok hoor tikken. Ik wil niet dat Andy Peelman over mijn schouder meekijkt naar wat ik aan het tikken ben. Ik wil tijdens het schrijven op mijn schouder worden getikt door mijn idolen. De schoorsteen moet roken, maar daartoe moet je de lat niet zodanig veel niveaus lager leggen dat ze in de open haard komt te liggen.

TF

Geen opmerkingen:

Een reactie posten