Er zijn mensen, sommigen heten Lili, die mij vragen of ik sommige van de stukken die ik hier post ooit zal gebruiken voor een boek. Misschien wel, al probeer ik dat soort overlapping zoveel mogelijk te vermijden. Het vermijden zit mij in het bloed. Autoritten, Joden, tv-programma’s met Piet Huysentruyt, misverstanden met mensen die ik graag zie, idioten met oortjes in hun oren die de hele treincoupé vullen met mongoloïde klanken, mensen die bij wijze van begroeting ‘Heb je ’n euro?’ tegen me zeggen, fluitende mensen, wielertoeristen, mensen die beweren dat het leven aan de durvers is… allemaal probeer ik ze zo goed en zo kwaad als het gaat in een wijde boog te ontlopen. Het leven is aan de ontlopers. Durven kun je altijd later nog, als je met een klauwhamer voor de hemelpoort staat. In afwachting kun je op tv zonder overdrijven naar drie voetbalwedstrijden per dag kijken. De vuvuzela is weliswaar ook iets dat ik zou vermijden als ik kon, maar eigenlijk vind ik dat gezoem nog meevallen: ik stel het mij voor als 90.000 bijen die rond het stadion de vliegen op de dikbuikige negertjes doodsteken. Mijn voorstellingsvermogen grenst aan het waanzinnige. Ik heb mij eens voorgesteld dat ik een moslim op een fiets was en toen sloeg ik mezelf van mijn zadel. Wie ook vervelend zijn als ze tussen je spaken draaien: mensen die je vragen of ze je iets mogen vragen. Want negen van de tien keer willen ze geld. Zoals laatst bij de ingang van de supermarkt. Een jonge man en vrouw stonden bij een tafel waarop pakjes wenskaarten en pennensets lagen.
‘Wij verkopen steunpaketten voor geplaatste kinderen,’ sprak de man.
‘Hebben ze kanker?’ vroeg ik.
De man bekeek mij. ‘Euh, nee, ze zijn gewoon geplaatst.’
‘Waar zijn ze geplaatst? Boven het repetitiekot van De Kreuners? In de brooddoos van Bart De Wever? Achter de kast van Anne Frank? Komaan man, moet ik er hier alles uit sleuren?’
Een andere klant kwam uit de supermarkt. De vrouw, duidelijk de slimste van de twee, liet mij voor wat ik was en sprak de klant aan. Ik zei tegen de man: ‘Ik ben door het lot geplaatst in een appartement met boven en onder en naast mij allemaal mensen die mij sterken in mijn overtuiging dat het 365 dagen per jaar dag van de psychiatrie is, maar worden er voor mij steunpaketten verkocht? Je zou beter met je vriendin een bordeel beginnen en je grootvaders een tienbeurtenkaart geven.’
De klant kocht een bundel wenskaarten. Ik stelde mij voor dat ze eeuwig onbeschreven zouden blijven omdat op alle nieuwsredacties ter wereld een fax was binnengelopen: Voortaan zullen geen wensen meer vervuld worden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten