donderdag 16 september 2010
Alles gaat nog altijd z'n teloorgangetje
Als ik mijzelf hier zo eens bezig hoor zou ik liever iemand anders bezig horen. Bill Callahan bijvoorbeeld. Onder de naam Smog maakte hij mooie platen als Red apple falls en A river ain't too much to love. Uit Running the loping: 'I lay on the bed in the dark / Laughing at things I think of / Getting off on the pornography of my past / Lighting matches and dropping them / into a wet glass.' Gisteren voegde Liselotte Callahans plaat Sometimes I wish we were an eagle toe aan de soundtrack van het psychologische drama dat mijn leven is. Vrolijker word je van zo'n plaat niet, maar triester ook niet. Zinnen als 'I used to be darker / then I got lighter / then I got dark again' zijn uitermate geschikt om op te walsen met je glas, terwijl je door het raam staat te kijken. Of nadat je hoofdschuddend de televisie hebt uitgezet. Gisterenavond hoorde ik mijn oude vriend Bert Gabriƫls in Volt over sla praten. Bert Gabriƫls over sla. Je moet rekenen dat ik Bert gekend heb als de ongewassen komiek die in zijn auto woonde op een bedje van halveliterblikken en dubieuze chips. Zonde van de zendtijd, kon ik niet nalaten om te denken toen ik het toestel uitzette. Soms zie je mensen van vroeger bezig, en denk je: ben ik vergeten mee te evolueren of zijn zij het spoor bijster? Ik ga voor het gemak van het tweede uit. Mijn compagnon de route Iwein Segers was een van de weinige werkelijk grappige snotneuzen in de zakdoek die dit land is, en dan gaat hij vrijwillig met derderangs-bv's en -bh's op een eiland zitten. Goed, het was komisch toen hij tegen de Oud-Nederlands pratende aap genaamd Sugar Jackson zei: 'We zullen moeten leren om in de bomen te leven', en ik kan mij voorstellen dat het goed lachen is met buikspreker Sergio (mooi interview met hem in de Humo laatst), maar ik wil toch liever van Iwein weten hoe het met die roman staat die hij zou gaan schrijven in plaats van of hij de immuniteit heeft. In de kamers van mijn hart wonen een paar mensen die ik altijd graag zal zien, maar ik ga ze geen sla brengen als ze de roomservice bellen. Mijn vader, een man die ik alleen ken van mijn eigen gebreken, sloot reeds in de jaren tachtig het tv-toestel in zijn armen. Hij stapte ermee naar het balkon en liet het door de zwaartekracht drie verdiepingen lager afleveren. Aan die aflevering moet ik weleens denken als ik naar Het leven zoals het is: Peter Van Asbroeck zit te kijken. Vaak heb ik dan heimwee naar de tv-programma's van Luk Alloo. 1 uur tijdverlies en vooral Sterren & kometen waren tongues die zich als averechtse kaakslagen in de cheeck van de Vlaamse Televisie Maatschappij drukten. Ik herinner me het deugddoende uur tijdverlies met eeuwige stamper Herman Brusselmans en het muurbloempje Ingeborg dat met haar mond vol meeldraad aan Luk Alloo vroeg of hij het goed vond als ze even de studio verliet. (Brusselmans: 'Ja, da's goed.') Wat Brusselmans betreft is er niks veranderd. Luk Alloo is later ghostwriter voor uitgeverij Lampedaire geworden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Iemand moet dringend een werkgroep oprichten 'RED IWEIN SEGERS' of het komt niet meer goed.
BeantwoordenVerwijderen