zaterdag 4 september 2010
Tinner
Bent Van Looy is de Tom Waes onder de columnisten. Een muzikant die, zonder zodanig te blozen dat hij zijn gezicht verbrandt, tussen Humo-pijlers als Grunberg, Brusselmans en Matthysen mag gaan staan, terwijl waarachtige schrijvers zoals ik een verhaal voor een literair kookboek moeten schrijven om hun jacuzzi te kunnen afbetalen. Kaas heet Van Looys eerste column. Uiteraard vermeldt hij Elsschot. Maar in plaats van toe te geven: 'Elsschot zou zich omdraaien in zijn graf moest hij weten dat ik deze column zit te schrijven', zegt hij: 'Elsschot mag het weten.' Sommige mensen verwarren ridiculiteit met lef. Zie ook Van Looys drieënhalfkwartbroeken. Als hij een stuk of tachtig columns heeft zullen ze ongetwijfeld in boekvorm verschijnen bij uitgeverij Lannoo. Nog goed dat Lampedaire failliet is, of die aanfluiting van een uitgeefster had Van Looy al een contract en een voorschot van een paar duizend euro aangeboden. Gelukkig is er de nieuwe roman van Herman Brusselmans, een schrijver die een sabbatjaar dacht te nemen maar toen, wellicht na een roman van Yves Petry te hebben gelezen, wijselijk besloot: sabbatical my ass. Trager dan de snelheid is het derde boek met Brusselmans' antiheld Louis Tinner, een man die weliswaar mijn goede vriend Joost Vandecasteele een pseudokomiek noemt maar voor de rest kijk heeft op de aflopende zaak die de wereld is. Als hij zich neerlegt in een bos denkt hij het enige logische wat een man op zo'n moment kan denken: ruggelings in de grond verdwijnen, dat zou een zegen zijn. Ik zie het Bent Van Looy nog niet denken. Die zou redeneren: straks effe m'n rug afkuisen. Als een tramchauffeur een vrouw van haar fiets rijdt, wil Tinner van die chauffeur weten: 'Is dat nou leuk, zo'n tram besturen?', waarna hij over horlogemerken en Hansbeekse paté begint. Als de mensheid een humanitaire ramp is, kun je er evengoed een tsunami van oeverloos gelul tegenaan smijten. Louis Tinner is, net als zijn schepper, een stilist die de taal de lauwerkrans gunt die ze verdient. Clowns als Bent Van Looy zouden nog geen scheet kunnen suggereren in een pruttelende jacuzzi. Nu ga ik mijn haar wassen en hopen dat ik Dos Cervezas uit mijn kop krijg.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten